Zwavelzwam
Beschrijving Vruchtlichaam éénjarig, halfrond console- tot waaiervormig, vaak dakpansgewijs boven elkaar. Hoed 10-30 cm breed, 1-5 mm dik. Bovenzijde onregelmatig golvend, fluwelig, zwavelgeel tot oranje, naar de omlaag gebogen rand toe gezoneerd. Buisjes 3-5 mm lang, zwavelgeel. Poriën 3-5 per mm, rond tot langgerekt, zwavelgeel, soms met guttatiedruppels. Vlees sappig, zwavelgeel, in de winter als brokkelige, wittig-grijze geitenkaas aan de boom of op de grond achterblijvend (341D.jpg). Sporeekleur wit. Eetbaar, (verdacht).
Voorkomen Op stammen en stronken van levende loofbomen (eik, tamme kastanje, wilg, Robinia, kers, populier) in open landschappen. Voorjaar-herfst. Parasitair.
Status Algemeen.
Verwante en/of gelijkende soorten Zie de imperfecte vorm van de Zwavelzwam Ceriomyces aurantiacus.
Extra informatie Van het eten van jonge Zwavelzwammen kan men, als men gevoelig is voor bepaalde alkaloïden die zich hierin bevinden, misselijk en duizelig worden. Een groepje paddenstoeleneters uit het toch al zo mycofobe Groot Brittannië is dat recent weer eens overkomen. |