Zomertruffel
Beschrijving Vruchtlichaam soms gedeeltelijk bovengronds komend, bolvormig, Ø 3-10 cm. Buitenzijde dicht bezet met grove, 5-6-hoekige, pyramidevormige, gegroefde wratten, bruinzwart tot zwart. Vlees stevig, bleek grijsgeel, dan donkerbruin, gemarmerd met grillige witte aders. Geur sterk, aangenaam. Smaak mild. Sporeekleur gelig-bruinig.
Voorkomen In loof- en naaldbossen op kalkrijke lemige bodem. Ectomycorrhizavormend.
Status Niet in Nederland. |