Oorlepelzwam
Beschrijving Vruchtlichaam een zijdelings aangehechte, leerachtige hoed op een steel, tot 8 cm hoog. Hoed Ø 1-2 cm, oor- tot niervormig, met geelbruine tot kastanje- of zwartbruine haren bedekt, met een gewimperde rand. Stekels 2-3 mm lang, spits, roze- tot grijsbruin. Steel 2-6 cm x 1-3 mm, harig-viltig, aan de gezwollen basis borstelig, donker- tot zwartbruin. Sporeekleur wit.
Voorkomen Op niet- of ondiep begraven dennen- (en sparren)kegels in naald- en gemengde bossen op zwak zure tot basische, vaak kalkhoudende zandige of lemige bodems. Saprofiet.
Status Zeldzaam, Meetnet. |