bruine rouwbij

Lengte 12-16 mm, april-juni.

Kenmerken
Borststuk vrij dicht behaard. Achterlijf naar het eind iets toegespitst en met driehoekige, geelgrijze haarvlekken.

Voorkomen
Vooral langs oude met leem gemetselde muren of bij lemige/lössachtige steilwanden. In Nederland en België verspreid over het midden en zuiden aangetroffen.

Levenswijze
Koekoeksbij bij de gewone sachembij, soms ook bij de schoorsteensachem (310 2 g) en andere sachembijen. Het ei wordt in de pas afgesloten broedcel gelegd, waarbij de rouwbij het deksel van de cel met haar toegespitste achterlijf doorboort.

Koninkrijk Animalia (dieren)
Superfylum Arthropoda (geleedpotige dieren)
Fylum Mandibulata
Superklasse Hexapoda (zespotigen, insecten in brede zin)
Klasse Insecta
Onderklasse Pterygota
Orde Hymenoptera
Onderorde Apocrita
Infraorde Aculeata
Superfamilie Apoidea
Familie Apidae
Onderfamilie Anthophorinae
Genus Melecta
Soort Melecta albifrons

Wetenschappelijke synoniemen en populaire namen

Melecta punctata

Populaire naam
bruine rouwbij (Nederlands)

Er zijn helaas geen literatuurreferenties beschikbaar voor deze soort.

Zoek verder naar Melecta albifrons op één van de volgende websites:

Waarneming.nl | Nederlands Soortenregister | Catalogue of Life | GBIF

Google | Yahoo | Bing | Wikipedia