maartse vlieg
Lengte 8-10 mm, maart-mei.
Kenmerken Door de sterk behaarde en gedrongen gestalte lijkt deze glanzend zwarte mug meer op een vlieg. Ook de populaire familienaam: rouwvliegen of zwarte vliegen verwijst naar de vliegengroep. De draadvormige voelsprieten zijn voor muggen opvallend kort. Mannetjes (216 4a g) met zeer grote, half kogelronde ogen; vrouwtjes (216 4b g, rechter dier) met tamelijk kleine, gescheiden ogen en daardoor ook een duidelijk kleinere kop.
Voorkomen Bij bosranden, landerijen en in tuinen. Ruim 20 sterk op elkaar lijkende soorten in Nederland en Belgiƫ.
Levenswijze De maartse vlieg en verwante soorten kunnen in het voorjaar massaal optreden. Ze vliegen traag met hangende poten boven lage vegetatie en worden vaak in een uren lang durende copulatie op zonnige muren en vensterglas aangetroffen. Rouwvlieglarven leven terrestrisch in organisch afval en zijn daardoor compostvormers. Ze kunnen in tuinen soms ook schadelijk zijn door vraat aan plantenwortels. |