2440a. Knoppen hars bevattend, de schubben aanliggend. Schors grijszwart, fijn van structuur. Kegels glimmend, afstaand of rechtopstaand, vrijwel zittend. Bladen aan weerszijden groen. Vleugel ongeveer dubbel zo lang als het zaad. | ||
2440b. Knoppen zonder hars, de schubben aan de top teruggebogen. Schors oranjebruin, grof van structuur. Kegels dof, hangend, duidelijk gesteeld. Bladen van onderen grijsgroen, van boven donkergroen, 3-7 cm lang. Vleugel ca. 3x zo lang als het zaad. Grove den. | ||
1b. Meer dan 50 cm hoge struiken of bomen (zie Figuur). --> 2304
2304a. Bladen aanwezig. --> 2305
2305a. Geen klimmende of windende plant. --> 2306
2306a. Blad enkelvoudig, soms lijnvormig in bundels bijeen of schubvormig langs vertakkende twijgen. --> 2307
2307a. Bladrand minder dan een derde ingesneden. --> 2308
2308b. Bladen hetzij schubvormig, hetzij naald- tot lijnvormig én hoogstens 3 mm breed. --> 2418
2418a. Bladen verspreid, tegenoverstaand of in kransen rond de tak geplaatst. --> 2419
2419a. Twijgen niet in een stekelpunt eindigend, bladen soms wel. --> 2420
2420a. Bladen verspreid. --> 2421
2421a. Bladen lijnvormig. --> 2422
2422b. Twijgen reeds na enkele maanden bruin wordend zodat 1-jarige twijgen nooit groen zijn. Zaden in kegels. Familie Pinaceae - Dennenfamilie. --> 2423
2423b. Bladen (althans die van korte loten) in bundels van 2 of meer, deze aan de voet door een schede omsloten --> 2436
2436b. Bladen meestal 2 (of 5) in elke bundel, ’s winters groenblijvend, meestal hard, 3-25 cm lang. Mannelijke kegels tot aren verenigd. --> 2438
2438a. Bladen in bundels van 2; vaatbundels 2. Zaadschub naar de top in een verdikt ruitvormig schild eindigend, in het midden daarvan met een doornachtig uitsteeksel. --> 2439
2439a. Bladen 2-7 cm lang. --> 2440