1839a. Plant aan de voet niet sterk knolvormig verdikt, zonder korte, zeer smalle bladen. | ||
1839b. Plant aan de voet met sterk verdikte onderste bladscheden, deze samen een kleine, peervormige, bovengrondse bol vormend. Plant dicht zodevormend, vaak met weinig bloei-stengels. Onderste bladen (0,5-)1-2 mm breed, vaak samengevouwen, dofgroen, reeds in mei bruin wordend. Bloeiwijze uit normale aartjes bestaande of grotendeels prolifererend. Lemma’s na het drogen met al of niet uitspringende nerven. Knolbeemdgras. | ||
1a. Kruiden óf planten met alleen onderaan houtige takken óf minder dan 50 cm hoge struiken (halfstruiken). --> 2
2a. Land- of waterplanten, in het laatste geval in de bodem wortelend en met boven het water uitstekende bladen of bebladerde stengels. --> 3
3a. Planten met bloemen met stampers en/of meeldraden. Voortplanting door middel van zaden. --> 4
4a. Stengel en/of bladen met bladgroen. --> 5
5b. Grassen of planten met een gras- of biesachtig uiterlijk. (Alle bladen zeer veel langer dan breed, vlak of ingerold of buisvormig; bloemen klein en onopvallend, onregelmatig, of indien regelmatig, dan bleek of bruin- of groenachtig). Zie Figuur. --> 1692
1692a. Bladschijf plat of iets vlezig, op doorsnede vlak, gevouwen of ingerold (of alleen aan de top massief en 3-kantig). --> 1693
1693a. Bloeiwijze niet uit 2 of meer boven elkaar geplaatste, bol- of sigaarvormige aren bestaand. --> 1694
1694a. Bloeiwijze geen zijdelings uit een blad tredende kolf. Plant bij kneuzing niet sterk ruikend. --> 1695
1695b. Bloemen door 1-4 schubvormige blaadjes (kafjes) bedekt, zonder bloemdekbladen (zie Fig. a,c), of deze veranderd tot haren of borstelharen (Fig. d), of tot een ‘urntje’ om de bloem heen vergroeid (Fig. b). --> 1728
1728a. Bladen afwisselend in 2 rijen geplaatst. Stengel rond of afgeplat, hol (behalve op de knopen; stengel gevuld bij Sorghum - Sorgo en Zea mays - Maïs). Familie Poaceae - Grassenfamilie --> 1729
1729a. Sleutel voor bloeiende grassen. Bamboe en Maïs zijn niet in deze sleutel opgenomen. Zie opmerkingen Pagina 1730. --> 1730
1730a. Tongetje vliezig, zelden (Sesleria) met gewimperde rand. --> 1731
1731b. Bloeiwijze bestaande uit een aarvormige pluim (met de aartjes rondom de as geplaatst) of uit een min of meer uitgespreide pluim. --> 1775
1775b. Bloeiwijze een min of meer uitgespreide pluim (of samengetrokken maar dan met lange takken); aartjes van elkaar verwijderd of soms in afzonderlijke lang gesteelde kluwens (zie Figuur c) Pluimgrassen. --> 1797
1797a. Aartjes 1-veelbloemig, indien 1-bloemig, dan niet geflankeerd door grote, bruinige lemma’s. Plant zonder bijzondere geur. --> 1798
1798a. Aartjes 2-meerbloemig (soms overigens met slechts 1 fertiele bloem!). --> 1799
1799a. Lemma van de 2e bloem met een uit de top ontspringende kafnaald, of ongenaald. --> 1800
1800b. Kelkkafjes overlangs gevouwen. --> 1835
1835a. Aartjes hoogstens 1 cm lang. --> 1836
1836a. Bladschijf van boven ongeribd, alleen bij de middennerf met 1 of 2 groeven. Bloeiwijzetakken meestal in de onderste helft zonder aartjes. --> 1837
1837a. Blad van boven met 2 groeven langs de middennerf. Lemma niet stekelpuntig of genaald. Aartjes niet in kluwens. --> 1838
1838a. Plant zonder wortelstokken, al of niet met dunne bovengrondse uitlopers. --> 1839