Taxus SL. 1267
Taxus baccata L. Familie Taxaceae.
Diagnostische kenmerken Bladen lijnvormig, vlak, van boven donkergroen, glanzend, van onderen lichter groen, schijnbaar tweerijig. Twijgen pas in het tweede jaar bruin wordend, aanvankelijk helder groen. Rijpe zaden door een bekervormig, vlezig, scharlakenrood of soms geel omhulsel omgeven (bij jonge zaden groen). Mannelijke kegels klein, bolvormig.
Opmerking In vegetatieve toestand van een aantal 'sparachtigen' onderscheidbaar door de groene twijgen.
Hoogte Tot 18 m. Bloeitijd Maart-mei. Levensvorm Fanerofyt.
Standplaats In loofbossen op vochtige, humeuze grond, vaak langs beken;veel opslaand in tuinen en parken, op muren.
Zeldzaamheid en verspreiding Oorspronkelijk wild in het Subcentreuroop district, maar thans in grote delen van het land volledig ingeburgerd. Vrij algemeen. Ook veel aangeplant. KFK 577.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 2422 Pagina 2424 |