Reuzenzwenkgras SL. 0515
Festuca gigantea (L.) Vill. Familie Poaceae.
Diagnostische kenmerken Lemma met een 10-18 mm lange, bochtige, witte naald. Bladschede met spitse, half-stengelomvattende, kale oortjes. Bladschijf 6-18 mm breed, meestal overhangend en met de sterk glanzende onderzijde naar boven gericht. Pluim groot, tot 50 cm lang, los, overhangend. Plant in losse pollen groeiend.
Hoogte bloeiende plant 0,50-1,50 m. Bloeitijd Eind juni-herfst. Levensvorm Hemikryptofyt.
Standplaats Op vochtige tot natte, voedselrijke grond in loofbossen en grienden.
Zeldzaamheid en verspreiding Vrij algemeen in het Zuidlimburgs district, het Fluviatief district, het Renodunale district en het Subcentreuroop district; vrij zeldzaam in de Hafdistricten en elders in de Pleistocene districten; zeer zeldzaam in het Waddendistrict, het Noordelijk kleidistrict, de IJsselmeerpolders en het Estuariëndistrict. KFK 787.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 1830 Pagina 2016 |