Canadese rus SL. 1409
Juncus canadensis Laharpe Familie Juncaceae.
Diagnostische kenmerken Bloemdekbladen spits of toegespitst, de binnenste iets langer dan de buitenste, bruin. Meeldraden 3. Zaden naar de smalle einden versmald, 1,2-1,9 mm lang; buitenste zaadhuid de rest van het zaad tamelijk los omgevend, aan beide uiteinden tot een witachtig aanhangsel verlengd. Bloeiwijzetakken schuin rechtopstaand.
Hoogte bloeiende plant 0,10-1,00. Bloeitijd Juni-september. Levensvorm Geofyt.
Standplaats In zure moerassen en aan oevers van heideplassen.
Zeldzaamheid en verspreiding Uiterst zeldzaam in het Kempens district. Oorspronkelijk uit Noord-Amerika. KFK 022.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 1716 |