Heermoes SL. 0462
Equisetum arvense L. Familie Equisetaceae.
Diagnostische kenmerken Wortelstok vlak onder de grond fijn, wollig, geelbruin behaard. Takomhulsels groenig of bruinig, aan de voet soms donkerder bruin, dof, ca. 1,5 mm lang. Eerste lid van de zijtakken langer dan de stengelschede. Tanden van de scheden smal vliezig gerand. Aren tot 4 cm lang, aan aparte vruchtbare stengels, deze tot 30 cm lang, vóór de onvruchtbare verschijnend; stengelscheden met 6-12, vaak gedeeltelijk samenhangende tanden.
Hoogte fertiele plant 0,10-0,80 m. Bloeitijd April-mei. Levensvorm Geofyt.
Standplaats Op open, voedselrijke, omgewerkte grond in bermen en langs spoorwegen, in tuinen en op akkers, soms in lichte loofbossen.
Zeldzaamheid en verspreiding Zeer algemeen. KFK 999.
Opmerking Voor de bastaard met Equisetum fluviatile zie Equisetum litorale(x). Kan met de bastaard verward worden.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 2211 Pagina 2214 |