Lidrus SL. 0466
Equisetum palustre L. Familie Equisetaceae.
Diagnostische kenmerken Wortelstok kaal. Takomhulsels donkerbruin tot zwart, glanzend, ca. 1 mm lang. Eerste lid van de zijtakken ongeveer half zo lang als de stengelschede (incl. de tanden). Tanden van de schede vrij breed witvliezig gerand. Aren eindelings, soms ook aan enkele zijtakken. Wortelstok diep ondergronds met meestal in snoeren gerangschikte knollen.
Hoogte fertiele plant 0,20-0,60 m. Bloeitijd Mei-juli. Levensvorm Geofyt (Helofyt).
Standplaats Op natte, voedselrijke grond in graslanden en in moerassen; soms op drogere plaatsen.
Zeldzaamheid en verspreiding Zeer algemeen. KFK 999.
Opmerking Voor de bastaard met Equisetum fluviatile zie Equisetum litorale(x). Kan met de bastaard verward worden.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 2211 |