Waterscheerling SL. 0326
Cicuta virosa L. Familie Apiaceae.
Diagnostische kenmerken Wortelstok, dik, vlezig, hol, door dwarswanden in vakjes verdeeld. Bladen 2- of 3-voudig geveerd, met lijnlancetvormige en scherp gezaagde, zelden met lijnvormige en weinig gezaagde blaadjes. Schermen met 10-30 stralen; omwindselbladen 0, omwindselblaadjes talrijk. Kroonbladen wit. Vrucht in vooraanzicht breed eirond, ca. 2 mm lang, met zeer brede, vlakke ribben; deelvruchten op doorsnede rond.
Hoogte bloeiende plant 0,60-1,20 (-2,00) m. Bloeitijd Juni-augustus. Levensvorm Helofyt.
Standplaats Aan waterkanten en op drijftillen; zoutmijdend.
Zeldzaamheid en verspreiding Vrij algemeen in het Laagveendistrict, vrij zeldzaam in de Pleistocene districten en het Fluviatiel district, elders zeer zeldzaam; ontbreekt in het Estuariëndistrict. KFK 877.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 706 Pagina 778 |