Lievevrouwebedstro SL. 0110
Galium odoratum (L.) Scop. Familie Rubiaceae.
Diagnostische kenmerken Vrucht met haakvormige haren bezet. Bladen (6-)8-15 mm breed. Stengel vierkantig. Bloemkroon wit. Bij verwelking naar toffe geurend (cumarine).
Hoogte bloeiende plant 0,15-0,30 m. Bloeitijd Mei-juni. Levensvorm Hemikryptofyt.
Standplaats Op vochtige, meestal kalkrijke grond in loofbossen.
Zeldzaamheid en verspreiding Plaatselijk vrij algemeen in het Zuidlimburgs district, vrij zeldzaam in het Subcentreuroop district; elders op veel plaatsen verwilderd of als stinsenplant. Ook als tuinplant. KFK 566.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 1454 |