Grote brandnetel SL. 1321
Urtica dioica L. Familie Urticaceae.
Diagnostische kenmerken Overblijvende plant met wortelstok en met brandharen. Bladen tegenoverstaand, gezaagd. Bladschijf langer dan de steel. Meestal tweehuizig; bloeiwijzen tenslotte hangend, langer dan de bladstelen, de mannelijke met korte, de vrouwelijke met langere zijtakken.
Hoogte bloeiende plant 0,30-3,00 m. Bloeitijd Juni-herfst. Levensvorm Geofyt (Hemikryptofyt).
Standplaats Op stikstofrijke, droge tot natte, vaak half beschaduwde plaatsen op humeuze grond.
Zeldzaamheid en verspreiding Zeer algemeen. KFK 999.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 1419: Urtica - Brandnetel |