Vijgenboom FB. 5177
Ficus carica L. Familie Moraceae.
Diagnostische kenmerken Bladen handvormig 3-5-lobbig of aan de bloeitakken ongedeeld, aan de bovenzijde ruw behaard, van onderen zachtharig. Vrouwelijke bloeiwijzen ei-cilindervormig, tot een vlezige schijnvrucht (vijg) uitgroeiend. Struiken.
Hoogte bloeiende plant 2,00-4,00 m. Bloeitijd Mei-september. Levensvorm Fanerofyt.
Standplaats Op vochtige muren en aan waterkanten.
Zeldzaamheid en verspreiding Op verspreide plaatsen verwilderd in Urbane gebieden. Gekweekt om de eetbare vruchten. Uit West-Azië.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 2453 |