Langarige zeekraal SL. 1636
Salicornia procumbens Sm. Familie Amaranthaceae.
Diagnostische kenmerken Helmhokjes 0,60-0,90 mm lang. Bloemdragende leden in (2,5-)5-15 cm lange schijnaren verenigd. Zijtakken afstaand of evenwijdig aan de hoofdas geplaatst. Perigoniumdekseltjes bij rijpheid van de zaden langer vastzittend dan bij Salicornia europaea, de zaden vaak door vertering van de planten vrijkomend. Zaden minder sterk behaard, 1,0-1,7 mm lang. Stengel meestal minder sterk vertakt, rechtopstaand of opstijgend. Plant in het voorjaar en de voorzomer meestal lichter groen dan Salicornia europaea en Salicornia pusilla, in de nazomer vuil oranjegeel tot geel-bruin verkleurend.
Hoogte bloeiende plant 0,02-0,40 m. Bloeitijd Juli-oktober. Levensvorm Therofyt.
Standplaats Buitendijks naar de zeekant algemeen voorkomend op kaal slik en in Slijkgras- en Kweldergras-vegetaties, voornamelijk beneden de gemiddeld-hoogwaterlijn. Binnendijks slechts op sterk zilte, vochthoudende plaatsen, meestal onder invloed van zoute kwel.
Zeldzaamheid en verspreiding Algemeen in het Maritiem district en het Estuariëndistrict.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 1287 |