Melganzenvoet SL. 0306
Chenopodium album L. Familie Amaranthaceae.
Diagnostische kenmerken Bladen zeer variabel van vorm: geheel gaafrandig en langwerpig tot lancetvormig, of sterk bochtig getand en soms spiesvormig maar dan de middenlob zonder evenwijdige zijden. Cellen van de zaadhuid glad (sterke vergroting!).
Hoogte bloeiende plant 0,15-1,20 m. Bloeitijd Juli-herfst. Levensvorm Therofyt.
Standplaats Op open, vochtige, stikstofrijke, omgewerkte grond, op akkers, in bermen en op drooggevallen plaatsen.
Zeldzaamheid en verspreiding Zeer algemeen. KFK 999.
Opmerking Jonge planten van deze soort en van Chenopodium ficifolium onderscheiden zich als volgt van Atriplex patula (en andere Atriplex-soorten): -Kiembladen nabij de voet plotseling in een smalle steel versmald. Alleen het eerste paar stengelbladen tegenoverstaand, de hogere verspreid: --> Chenopodium -Kiembladen aan de voet geleidelijk versmald. Eerste drie paar bladen tegenoverstaand: --> Atriplex
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 1275 |