Gouden ribzaad SL. 5530
Chaerophyllum aureum L. Familie Apiaceae.
Diagnostische kenmerken Plant overblijvend, moeilijk uit de grond te trekken. Stijlen minstens 2 maal zo lang als het stijlkussen. Vruchten 5-12 mm lang.
Hoogte bloeiende plant 0,50-1,20 m. Bloeitijd Juni-juli. Levensvorm Hemikryptofyt.
Standplaats Op vochtige, voedselrijke grond in ruige graslanden en aan bosranden op zandige, kleiige of stenige grond.
Zeldzaamheid en verspreiding Zeer zeldzaam in het Fluviatiel district en het Laagveendistrict (Gooise kust); toenemend, thans bekend van 3 plaatsen. Oorspronkelijk uit het middelgebergte van Midden-Europa.
Opmerking Sterk gelijkend op Anthriscus sylvestris - Fluitenkruid. Bij Chaerophyllum - Ribzaad zijn de kroonbladen in tweeën gespleten en naar boven omgeslagen, bij Anthriscus - Kervel vlak of iets omhoogstaand; bij Fluitenkruid is de stengel ongevlekt, geribd, egaal kort behaard en hol, bij Gouden ribzaad paars gevlekt, glad, afstaand behaard met lange en korte haren, en met merg gevuld.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 712: Chaerophyllum - Ribzaad |