Stijve ogentroost SL. 2316
Rode Lijst: Gevoelig.
Euphrasia stricta D.Wolff ex J.F.Lehm. Familie Orobanchaceae.
Diagnostische kenmerken Schutbladen, kelken en bloemstelen zonder klierharen, of met schaarse korte klierharen. Kroonbuis niet of nauwelijks verlengd tijdens de bloei. Bloemkroon 4-11 mm lang. Rijpe doosvrucht korter of langer dan de kelk.
Hoogte bloeiende plant 0,05-0,40 m. Bloeitijd Juni-oktober. Levensvorm Therofyt.
Standplaats Op open plaatsen op vrij droge, voedselarme grond in lage graslanden en bermen, op grazige heiden, in de duinen, ook op veengrond.
Zeldzaamheid en verspreiding Vrij algemeen in de Duindistricten en het Drents district; elders zeldzaam; zeer zeldzaam in het Fluviatiel district en de Hafdistricten. KFK 877.
Opmerking Het soortsomgrenzing in Euphrasia stricta is omstreden omdat de taxa onderling kunnen kruisen; sommige hybridogene populaties zijn in hoge mate vruchtbaar, wat het identificeren van planten zeer bemoeilijkt. Naar J. Lambinon (Nouvelle Flora de la Belgiqie (ect.) 2004) kan Euphrasia stricta als volgt worden onderverdeeld: - Euphrasia tetraquetra (zie Euphrasia stricta-tetraquetra); - Euphrasia stricta (zie Euphrasia stricta-stricta); - Euphrasia micrantha (zie Euphrasia stricta-micrantha); - Euphrasia nemorosa (zie Euphrasia stricta-nemorosa).
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): |