Phacelia FB. 1820
Phacelia tanacetifolia Benth. Familie Boraginaceae.
Diagnostische kenmerken Stengel vooral naar boven toe met korte haren en klierharen, daartussen met lange, afstaande borstels. Bladen enkel of dubbel geveerd of veerdelig; blaadjes of slippen getand of gelobd. Bloemen in dichte, naar één zijde gekeerde, spiraalvormig opgerolde, aarvormige bloeiwijzen (schichten). Bloemkroon klokvormig, blauw, zelden roze of wit; kroonbuis weinig langer dan de kelk. Meeldraden ver buiten de bloemkroon uitstekend, aan de voet elk met 2 halvemaanvormige oortjes.
Hoogte bloeiende plant 0,20-0,80(-1,20) m. Bloeitijd Mei-september. Levensvorm Therofyt.
Standplaats Op open, vochtige, voedselrijke, omgewerkte grond in bermen.
Zeldzaamheid en verspreiding Vrij algemeen, thans volledig ingeburgerd. Ook ingezaaid als groenbemester. Oorspronkelijk uit Californië.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 1006 Pagina 1008: Boraginaceae - Ruwbladigenfamilie |