Trosbosbes SL. 5155
Vaccinium corymbosum L. Familie Ericaceae.
Diagnostische kenmerken Bladen 4-8 cm lang, spits tot toegespitst, van boven donkergroen, van onderen lichter, fijn gezaagd, nerven van boven behaard (loep!), van onderen kaal of behaard. Takken rond. Bloemen in okselstandige of eindelingse, samengestelde trossen. Bloemkroon cilindrisch tot kroesvormig, wit, soms iets roze. Helmknoppen zonder hoorntjes op de rug. Bes blauwzwart, maar lichtblauw door een waslaagje, 1-2,5 cm in diameter, met kleurloos sap, zoet, eetbaar.
Hoogte bloeiende plant 1,00-3,00 m. Bloeitijd Mei-juli. Levensvorm Fanerofyt, Chamaefyt.
Standplaats Op natte tot vochtige, zure grond op heiden, in bossen en langs vennen.
Zeldzaamheid en verspreiding Zeldzaam in het Drents district, zeer zeldzaam elders in het Gelders district en het Kempens district. In cultuur om de bessen. Oorspronkelijk uit Noord-Amerika. KFK 234.
Opmerking Struiken laag tot vrij hoog, zeer variabel in bladgrootte. Vermoedelijk zijn de ingeburgerde planten fertiele hybriden tussen Vaccinium corymbosum en Vaccinium angustifolium Aiton. (Natur und Landschaft 72: 346).
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 144 Pagina 2516 |