Kleine ooievaarsbek SL. 0574
Geranium pusillum L. Familie Geraniaceae.
Diagnostische kenmerken Stengel, bladsteel en bloemsteel uitsluitend met korte (0,1-0,3 mm lange) haren bezet, naar boven toe ook met een toenemend aantal zeer kleine knopklierhaartjes (sterke loep). Deelvruchten glad, behaard. Kroonbladen bleek blauwpaars of zelden paarsrood, 2-5 mm lang. Stempels van binnen gelig. Meestal 3-5 meeldraden zonder helmknoppen.
Hoogte bloeiende plant 0,05-0,40 m. Bloeitijd Mei-herfst. Levensvorm Therofyt.
Standplaats Op open, vochtige, voedselrijke, vaak omgewerkte grond.
Zeldzaamheid en verspreiding Zeer algemeen, maar vrij algemeen in de Hafdistricten. KFK 899.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s): Pagina 159 |