|
Scyliorhinus canicula Hondshaai, Ashaai, Asselhaai
Een kleine haaiensoort (max. 100 cm lang) die dicht bij de bodem leeft. De kop is stomp, met een afgeronde bek. De staartvin steekt nogal 'on-haais' bijna recht achteruit. De rugvinnen staan tamelijk achterop de rug.
|
|
|
|
Apis mellifera Honingbij
De honingbij vormt volken met tot ca. 80.000 werksters, gedomineerd door één koningin. Heeft een unieke 'gebarentaal' ontwikkeld om andere bijen in te lichten over de afstand en richting van een voedselbron.
|
|
|
Pluvialis apricaria Goudplevier
Talrijke wintergast in ons land. Herkenbaar aan met gouden spikkels bezaaide zwarte bovendelen. Typische plevierenmanier van voedsel zoeken: rennen, stoppen, pikken.
|
|
|
|
Athene noctua Steenuil
Kleine grijze uil met platte kop. Heeft fronsend uiterlijk door lage witte wenkbrauwen. Wordt vaak overdag, zittend op ruïnes, stenen in open landschap of op electriciteitspalen, gezien. Vlucht laag en golvend.
|
|
|
Cladonia floerkeana Rode heidelucifer
Korstmos met staafvormige thallus, vaak vertakt, tot 2 cm hoog, ruw, groengrijs, met rode vruchtlichamen aan de top. Vrij algemeen op venige en zandige grond en op rottend hout.
|
|
|
|
Falco subbuteo Boomvalk
Lijkt op een miniatuur Slechtvalk. Nestelt meestal in oud kraaiennest. Jaagt op vogels en insecten. Insecten worden tijdens vlucht vanuit de klauw opgegeten, vogels worden eerst op zitplaats geplukt.
|
|